De Kronieken van Phantasar
Avatar

Yuleria & Judkha

Geplaatst door: Tricky; Feb 18th 2017;

Ik weet niet of het gaat lukken om mijn nieuwste boek: "Irreversibel" dit jaar nog naar de uitgever te krijgen. Dat zal van veel dingen afhangen. Wel kan ik van een concept manuscript (waarvan het nog echt niet zeker is of dit boek ooit uit gaat komen) een hoofdstuk tonen wat een beetje los staat van de rest van het verhaal en daarom te volgen is, ook als de de rest van het manuscript niet gelezen hebt.

Vooraf even een kleine inleiding.
Yuleria is een onsterfelijke Elf en ze lijdt aan het syndroom van Asperger. Ooit is ze door de Befindo's (mensen met vleugels) uit haar land verdreven in een genocide poging. Duizenden jaren later is ze terug. Ze heeft inmiddels ingezien dat wraak nemen op de Befindo's zinloos is. Doch worstelt ze nog steeds met de gang van zaken en Yuleria heeft zich nooit geaccepteerd gevoeld. Dat laatste is eigenlijk mijn belangrijkste mikpunt geweest van dit betreffende hoofdstuk wat vanuit Yulerias gezichtspunt (weliswaar nog wel in de 3e persoon) is geschreven.

(Wijzigingen en taalfouten voorbehouden, daar dit nog slechts een concept-hoofdstuk is).
=======
Yuleria keek uit het raam van de herberg. Het was onvoorstelbaar hoe groot de herberg van Independence was. Maar er was dan ook veel bedrijvigheid hier, wat voor een Elfendorp tamelijk ongebruikelijk was. Yuleria kon er niet aan wennen dat er ook veel Befindo's door het dorp liepen. De Befindo's die ze altijd zo gehaat had. De Befindo's die ze kende als de bloeddorstige monsters aangevoerd door de verschrikkelijke kapitein Quayaro, zaten nu gebroederlijk met Elfen een pul Yirken te drinken alsof het nooit anders geweest was. Geen van de Befindo's woonden hier. Independence was een belangrijke tussenhalte geworden voor Befindo's op doorreis naar de mensengebieden. Independence was ooit een straatarm dorpje en door de Elfen uit andere dorpen als voetveeg beschouwd. Dat was nu echt anders. Sommige Elfen hier zwommen bijna in het geld. Yuleria was er ook verbaasd over wat voor goede zakenlui de Elfen bleken te zijn. Geldlust was doorgaans geen gebruikelijke eigenschap voor Elfen. Het was duidelijk dat de wereld was veranderd en Yuleria vroeg zich steeds meer af of ze in deze nieuwe wereld wel thuishoorde. Ze liep de trap af waar Judkha bezig was de tafeltjes schoon te vegen. Het was altijd weer vreemd deze Goblin druk bezig te zien met van alles en nog wat. Judkas primaire baan was in de smederij, maar ze was vaak overal te vinden waar ze maar even nodig kon zijn. Normaliter zijn Goblins erg gewelddadig en proberen ze alles te domineren wat ze kunnen vinden. Judkha vormde als workaholic een fel contrast tegen dit alles, en Yuleria kon ook zien dat Judkha vorderingen maakte in diverse werkzaamheden. Het verschil tussen de tafeltjes die al gedaan waren en degenen die nog gedaan moesten worden, was groot. 
Yuleria ging aan een tafel zitten en al snel kwam Judkha aangelopen met een schaal met een brood, een grote kaas en een ham. Oh en niet te vergeten een mok Herbanos. 
“Alsjeblieft, Yuleria,” zei Judkha vriendelijk en opgetogen. “Je bent er vanavond ook bij het avondeten?”
Yuleria probeerde vriendelijk terug te zijn.
“Wat schaft de pot dan vanavond?”
“Je kunt dan kiezen uit twee menu's,” zei Judkha. “Menu A bestaat uit meerdere gangen waarvan de eerste gang bestaat uit schetenlaatsoep.”
“Schetenlaatsoep?”
“Soupe aux oignons,ma chérie,” klonk een wanhopige stem uit de keuken. “Soupe aux oignons.”
Goed, uiensoep dus. Yuleria was intussen al wel gewend aan het feit dat Judkhas manier van uitdrukken af en toe een beetje vreemd was.
“Gang twee is gevulde slakken,” ging Judkha onverstoorbaar verder.
“Escargots, ma chérie,” klonk de wanhopige stem uit de keuken weer.
“En als hoofdgerecht kleine piepers met groene korrels en een stukje vlees met bekbrandsaus.”
Yuleria wist al lang dat met “kleine piepers” kleingesneden vero-knollen bedoeld werden. Een gewas dat veel weg heeft van de aardappel die wij kennen. De groene korrels waren gewoon doperwten. Het stukje vlees zou iets van biefstuk zijn. Bekbrandsaus? Yuleria kon het niet laten om even te gniffelen.
“Je bedoelt pepersaus?”
“Ja, je weet wel, van die leipe bruine saus met van die harde korrels erin, waarvan je het gevoel krijgt dat je muil in de fik staat.”
Judkha moest in haar taalgebruik duidelijk nog veel leren.
“En dan nog een glibberberg als toetje.”
“Je bedoelt drilpudding?”
“Die naam komt me wel vaag bekend voor, ja.”
“En wat is menu B?”
“Dat is een stuk simpeler,” zei Judkha. “Als voorgerecht van die gebakken glibberbeesten uit zee.”
“Mosselen, ma chérie! Gebakken mosselen!”
Judkha negeerde het geluid uit de keuken volledig en ging verder “Met natuurlijk een salade verrijkt met stinkende schapenkaas.”
“Je bedoelt 'feta'?”
“Watte?”
“Laat maar,” zei Yuleria. “Ga verder.”
“Als hoofdgerecht, gekruid vleeszaagsel met bekstinksaus.”
“Vleeszaagsel?”
“Dat spul heet 'gyros', ma chérie. En het wordt geserveerd met knoflooksaus.”
Yuleria grinnikte maar weer eens. Het was maar goed dat Judkha hier vanavond niet als serveerster ingeroosterd stond, want de gasten zouden wel eens rare ideeën kunnen krijgen.
“En als toetje tandenuitvalyoghurt.”
“Pardon?”
“Ja, dat spul is zo verrekte zoet, weet je, dat je echt denkt dat je tanden er spontaan uit gaan vallen.”
“Bedoel je yoghurt met honing?”
“Wablief?”
“Laat maar, Judkha,” zei Yuleria vriendelijk. “Reserveer maar een plekje voor mij vanavond met menu A.”
“Okidoki,” zei Judkha. “Eet ze, trouwens.”
“Dank je,” zei Yuleria.
Judkha pakte weer haar emmertje sop en haar doekje en ging weer verder met het schoonmaken van tafeltjes. Terwijl Yuleria wat kaas op haar brood deed, schudde ze even met haar hoofd. Yuleria had wat twijfels over de vraag of ze ooit helemaal in Independence geaccepteerd kon worden voor wie ze was, maar als iemand als Judkha het al voor elkaar kreeg, moest het toch echt wel goed komen.

New Post

Powered by: TBBS
© Jeroen Petrus Broks 2010